Leo;
Je maakt het mij wel moeilijk maar ik probeer het.
Als de onderlinge afstand tussen twee lichtdoorlatende oppervlakten niet meer dan een derde van de totale oppervlakte is mag je het als een licht beschouwen.
Artikel 5.2.57 toegestane lichten en retroreflectoren
1. Personenauto’s mogen zijn voorzien van:
b. meerdere grote lichten, tegelijkertijd mogen niet meer dan vier grote lichten werken;
Het zou dus een groot licht kunnen zijn en 2 + 1 is niet meer dan 4.
Zelfs al zou de onderlinge afstand meer zijn dan is 2 + 2 = 4 en ook geen punt.
Verstralers worden niet genoemd, het zou dus ook een verstraler kunnen zijn. e.v.t. naar rechts gericht, laat ze dan maar uit bij de controle.
Onverminderd het bij of krachtens de artikelen 29 tot en met 30b van het RVV 1990 bepaalde inzake zwaai-, flits- of knipperlichten of extra richtingaanwijzers, mogen personenauto’s niet zijn
voorzien van:
a. meer lichten en retroreflecterende voorzieningen dan in de artikelen 5.2.51, 5.2.57 dan wel bij of krachtens de artikelen 5.2.51a of 5.2.57a is voorgeschreven of toegestaan,
Door bovenstaande artikel zou een verstraler niet mogen.
Ik zou het op 3 grote lichten houden.
Gr. J.